Regels bij omzetting van een stichting in een besloten vennootschapSoms
kan het verstandig of handig zijn een al bestaande stichting om te
zetten in een besloten vennootschap. Dat kan een gevolg zijn van
gewijzigd beleid, veranderende omstandigheden of een gevolg van in het
verleden gemaakte keuzes. Omzetten van een stichting in een besloten
vennootschap mag pas na verkregen rechterlijke machtiging. Soms is een
rechtspersoon, bijvoorbeeld een stichting, bij uitsluiting bevoegd die
machtiging te vragen, onder overlegging van een ontwerp van de akte
waarbij tot omzetting wordt besloten. “In verband met de onderhavige omzetting van voormelde stichting in de vennootschap wordt hierbij overeenkomstig artikel 18 lid 6 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaald dat: Het vermogen dat zij bij de onderhavige omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de situatie voor zover het vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zullen of zijn overgegaan. In
aanvulling op voormelde wettelijke bepaling wordt hierbij bepaald dat na de
onderhavige rechtsvormwijziging van voormelde stichting uit de jaarrekening of
andere financiële verantwoording moet blijken dat het op geld waardeerbare
bedrag van het vermogen van voormelde stichting, dat zij bij de rechtsvormwijziging
heeft, is opgenomen in een rechtsvormwijzigingsreserve. (…).” |
|