Samenwonen “als ware men gehuwd”

Een levenspartner vinden is prachtig en vaak wordt er besloten om te gaan samenwonen.  Als u dan gaat samenwonen kan dat gevolgen hebben op veel verschillende juridische gebieden. Denk bijvoorbeeld aan wijziging van partneralimentatie verplichtingen, de opeisbaarheid van een erfdeel door een kind bij de langstlevende ouder, een wijziging in de WW-uitkering of de AOW-uitkering en wijzigingen in fiscale aanspraken zoals toeslagen en fiscaal partnerschap.
 
Op elk gebied zijn er specifieke voorwaarden waarmee wordt vastgesteld of nu wel of geen sprake is van samenwoning. Vaak dient ook de feitelijke situatie te worden bekeken en kan blijken dat in het ene geval wel sprake is van samenwoning en in het ander geval niet. Dat geeft veel aanleiding tot discussie en rechtszaken. Hieronder een voorbeeld.
 

Alimentatie

In de wet staat dat na de echtscheiding een verplichting tot het betalen van partneralimentatie eindigt wanneer de partner die de alimentatie ontvangt opnieuw trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of is gaan samenleven met een ander “als waren zij gehuwd”. Er is pas sprake van een dergelijke samenleving als tussen de partners (1) een duurzame affectieve relatie bestaat, die meebrengt dat zij (2) elkaar wederzijds verzorgen en (3) met elkaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Aan al deze vereisten moet worden voldaan!
Van een wederzijdse verzorging en een gemeenschappelijke huishouding is onder meer sprake als de partners hetzij bijdragen in de kosten van de gezamenlijke huishouding, hetzij op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
Niet snel mag worden aangenomen dat is voldaan aan de gestelde eisen voor de beëindiging van de alimentatieverplichting. Immers degene die met een ander is gaan samenleven als waren zij gehuwd verliest definitief een aanspraak op levensonderhoud.
Degene die de alimentatie betaalt moet bewijzen dat sprake is van een samenleving “als waren zijn gehuwd”. De rechter is hier streng in. In een recente uitspraak van het gerechtshof was niet aan de orde de vraag of de nieuwe partners (man en vrouw) een duurzame affectieve relatie hebben gehad, dat was namelijk zo. Wel moest bepaald worden of ook aan de overige uit de wet voortvloeiende vereisten voor “samenwonen als waren zij gehuwd” was voldaan.
Uit het door de alimentatieplichtige opgestelde onderzoeksrapport bleek dat de man wel enige tijd verbleef/logeerde bij de vrouw, maar van samenwoning tussen hen was niet gebleken. De man gebruikte het adres van de vrouw alleen als zijn correspondentieadres. Dat bleek uit de gemeentelijke basisregistratie van de Burgerlijke Stand. De man had zelf geen (huur)woning meer en woonde in de stacaravan van de vrouw, maar niet op hetzelfde adres als de vrouw.
Ook werd bekeken of sprake was van bijdragen in de kosten van de gezamenlijke huishouding of dat op andere wijze in elkaars verzorging werd voorzien. Dit had bijvoorbeeld kunnen worden bewezen als de partners samen een en/of-rekening hadden. Dat wijst dan op financiële verstrengeling, maar ook dit werd niet bewezen. Verder was niet aangetoond dat sprake was van wederzijdse verzorging. De vordering tot beëindiging van de alimentatie werd niet toegewezen!
Het leveren van bewijs voor deze omstandigheden is voor de alimentatieplichtige dus heel moeilijk omdat het gaat om privé omstandigheden die zich vooral binnenshuis afspelen. De alimentatiegerechtigde, die ontkent samen te wonen, zal er alles aan doen te voorkomen dat informatie wordt verstrekt. Vorderingen tot beëindiging van de alimentatie worden dus vaak afgewezen omdat de voor “samenwonen als waren zij gehuwd” noodzakelijke criteria niet komen vast te staan.
 
Omdat samenwonen zoveel gevolgen kan hebben op verschillende rechtsgebieden doet u er goed aan zich te laten voorlichten door de notaris voor de gevolgen indien u wilt gaan samenwonen. Wilt u hier meer over weten? Bel ons voor het maken van een afspraak.

 
Disclaimer
Hoewel aan de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is besteed, sluiten de samenstellers iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van deze informatie