Wet bescherming van erfgenamen tegen schulden beschermt u niet altijdHet aanvaarden van een nalatenschap kan op twee manieren, een erfgenaam kan een nalatenschap zuiver of beneficiair aanvaarden. Het onderscheid is belangrijk in verband met de aansprakelijkheid voor schulden van de overledene. Als de erfgenaam zuiver aanvaardt, loopt hij het risico dat hij uit eigen geld moet bijdragen als er meer schulden blijken te zijn dan bezittingen. Dat hoeft niet als een erfgenaam de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard. In
de praktijk gebeurt het nog wel eens dat iemand onbedoeld een nalatenschap
zuiver aanvaardt. Dat komt doordat de erfgenaam ook stilzwijgend, door bepaalde
gedragingen, een nalatenschap zuiver kan aanvaarden. Dat wordt de “aanvaardingsfictie”
genoemd. Het betreft meestal het beschikken over geld of goederen van de
nalatenschap, waardoor iemand zich tegenover derden gedraagt als erfgenaam. “Een erfgenaam aanvaardt de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt doordat hij overeenkomsten aangaat strekkende tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt.” “Vervreemden” betekent “van eigenaar doen wisselen”. Dit kan door verkoop maar ook door schenking, verdeling of ruiling. “Bezwaring” kan zijn verpanding van een goed of een hypotheek erop vestigen. Schuldeisers mogen niet benadeeld worden door gedragingen van erfgenamen.
Handelingen die geen zuivere aanvaarding tot gevolg hebben zijn bijvoorbeeld:
Het wegbrengen van spullen naar een kringloopwinkel leidt niet tot zuivere aanvaarding als deze geen (financiële) waarde hebben. Pas hiermee wel op, u loopt een risico als later blijkt dat die goederen wel degelijk iets waard waren. Inventariseer de spullen goed en vraag bij twijfel advies aan een deskundige. Onverwachte schuldenEen ander doel van de Wet BETS is om erfgenamen die zuiver aanvaard hebben te beschermen tegen “onverwachte schulden”. Denk aan schulden van de overledene die de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen. Na het ontdekken van een onverwachte schuld moet de erfgenaam binnen drie maanden naar de rechter stappen en aantonen dat hij de schuld niet kende en ook niet behoorde te kennen. Als dat voldoende is aangetoond geeft de rechter de mogelijkheid om de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden. |
|